De aantekeningen van Ollongren en het boek van Voermans

De aantekeningen van Ollongren en het boek van Voermans

De rel over de positie van Omtzigt in de Tweede Kamer laat de realiteit van politiek als machtsspel zien. De verkenners zijn afgetreden omdat er per ongeluk inzicht is gekomen in gespreksonderwerpen die in de beslotenheid van de kabinetsformatie natuurlijk wel van belang zijn: wie kan met wie een coalitie vormen en is die coalitie dan stevig?  De woorden ‘positie Omtzigt, functie elders’ suggereren dat ‘men’ hem als kritische controleur van de macht liever kwijt dan rijk is. En dat zou heel ernstig zijn, want onze volksvertegenwoordiging wordt de afgelopen jaren sowieso steeds krachtelozer ten opzichte van de uitvoerende macht. Een belangrijke duiding ook in het boek dat Wim Voermans  over dat onderwerp schreef: Het land moet bestuurd worden. Machiavelli in de polder. Een aanrader om te lezen als je de politiek bestuurlijke wereld beter wilt snappen.

Waar gaat het over?

Voermans’ boek gaat over het uitvoerende deel van het politiek bestuurlijke stelsel: het bestuur. Dat zijn de ministers en staatssecretarissen (met hun ambtelijk ondersteuners), de uitvoerende macht. Hij verkent de Nederlandse stijl van besturen, met historische terugblik, en beschrijft hoe onze poldercultuur is ontstaan. Hij gaat ook in op de nadelen ervan.

Voermans is namelijk bezorgd dat Nederland steeds meer ‘regentesk’ en ‘gouvernementeel’ wordt: het bestuur heeft een enorme invloed op de uitkomst van politieke processen en wordt veel te weinig in toom gehouden door de controlerende macht die van Tweede en Eerste Kamer uit zou moeten gaan. De volksvertegenwoordiging geeft te weinig richting aan politieke keuzes bepalend zijn voor ons dagelijks leven. Dat blijkt bij voorbeeld uit het feit dat Nederland in de afgelopen jaren heftige stelselwijzigingen heeft gezien, die bijna allemaal tot stand kwamen in overleg in de polder: dus tussen niet democratisch gekozen onderhandelaars die aan ‘tafels’ tot deals kwamen die de Tweede Kamer vervolgens maar te slikken had.


Toeslagaffaire

Voermans wijst daarnaast op het probleem dat het bestuur te weinig openbaarheid geeft terwijl overheidsinformatie van ons burgers is, niet van het bestuur. De weerstand tegen de WoB, tegen het beantwoorden van Kamervragen (er zitten wel degelijk zinnige tussen) en de weigering van ministeries om relevante feitelijke informatie aan de Kamer te verstrekken zijn daar voorbeelden van. De Kinderopvangtoeslagaffaire is de meest recente in een lange reeks, die Voermans opsomt in zijn boek. Intussen zijn onze bestuurders naar zijn oordeel op zich overigens integere mensen, die functioneren in een systeem dat niet goed werkt.

Het boek combineert een luchtige toon en prettige zelfspot met stevige inhoudelijke analyse en een uitgebreide, historische vergelijking. Wie de Nederlandse politieke cultuur wil doorgronden doet er goed aan niet alleen naar het recente verleden te kijken. Het hoofdstuk over politieke dubbelgangers, waarin bestuurders van nu worden vergeleken met ministers van 200 jaar geleden, lijkt echter een excuus om geleerdheid te etaleren en voegt niet veel toe aan het betoog. Sla daaruit vooral de episode niet over waarin Voermans het aan de stok krijgt met ‘opperregent’ Piet Hein Donner. Voermans beschuldigde Donner in Buitenhof van partijdigheid bij het advies van de Raad van State  (waar Donner toen Vice President van was) over het intrekken van de referendumwet.  Donner stuurt Voermans daarop een boze brief, die Voermans per ongeluk zegt te hebben verscheurd omdat die tussen de reclamefolders terecht zou zijn gekomen…

Waarom zou je het moeten lezen?

Lees het boek, want controle op de macht is een belangrijk klassiek maar ook actueel vraagstuk in ons openbaar bestuur. Ook als je bij voorbeeld ambtenaar bent, heb je daarin voor jezelf een positie te kiezen. Want wat is loyaal gedrag van ambtenaren? Het uit de wind houden van bestuurders krijgt veel aandacht.  Er is immers een politiek belang om de vuile was niet buiten te hangen, maar er is ook een publiek belang dat daar niet mee samengaat. Als je als ambtenaar de publieke zaak wilt dienen, zal juist op dat onderdeel soms krachtig tegendruk nodig zijn. Zodat je een speler wordt in het spel om de publieke zaak en geen toeschouwer.

Geef een reactie